Opleiding Spreekuur Ondersteuner Ouderenzorg

Ben jij een doktersassistent met affiniteit voor de kwetsbare oudere patiënt in de huisartsenpraktijk? Wil jij jouw takenpakket uitbreiden? Volg dan de opleiding Spreekuur Ondersteuner Huisarts Ouderenzorg, verbreed je kennis en ontlast ook je POH en huisarts collega's!

De opleiding bestaat uit 4 bijeenkomsten met telkens een voorbereidende leesopdracht en een voorbereidende praktijkopdracht die ingeleverd wordt via de digitale leeromgeving, Tijdens de bijeenkomsten worden de opdrachten plenair besproken en is er ruimte voor discussie en casuistiek. Het tweede deel van elke bijeenkomst zal bestaan uit een presentatie die aansluit op het onderwerp van die bijeenkomst. Daarna wordt de bijeenkomst afgesloten met een huiswerkopdracht voor de volgende bijeenkomst.

• Bijeenkomst 1: Kwetsbare oudere en wetgeving binnen de ouderenzorg
• Bijeenkomst 2: Polyfarmacie bij ouderen
• Bijeenkomst 3: Delier, dementie en depressie
• Bijeenkomst 4: Valpreventie/voeding bij ouderen en eindpresentaties

Tijdens de laatste bijeenkomst vinden er presentaties plaats, waarbij de deelnemers in groepen een casus analyseren, opschrijven en presenteren. Hierbij wordt volgens het SFMPC model de medische problemen van een oudere geanalyseerd, Daarnaast inventariseren zij de urgentie van het plan van aanpak, zowel vanuit het oogpunt van de oudere als van de huisarts.

• Is de deelnemer zich bewust van de kwetsbaarheid van de oudere patiënten als gevolg van hun verminderde lichamelijke en geestelijke vitaliteit door hun leeftijd en multi-morbiditeit
• Is de deelnemer op de hoogte van de wetgeving (WMO), (WLZ), ZVW) en (WZD) in de organisatie van de oudere zorg.
• Is de deelnemer zich bewust van de risico’s van polyfarmacie bij ouderen, en heeft kennisgemaakt met de definitie van polyfarmacie en kan in de praktijk de polyfarmacie richtlijn bij ouderen raadplegen.
• Is de deelnemer toegerust om een substantiele bijdrage te leveren aan de jaarlijkse medicatiebeoordeling van de chronische oudere patient.
• Is de deelnemer bekend met de begrippen dementie, delier en depressie, de overeenkomsten en verschillen tussen deze ziektebeelden.
• Kan de deelnemer screeningsinstrumenten gebruiken, zoals GFI, MMSE, MOCA of RUDAS.
• Is de deelnemer zich bewust van het belang van valpreventie en beschikt zij over methoden/tools om deze toe te passen in de preventie.
• Is de deelnemer in staat om een voordracht te geven over een casus van een oudere met een probleem gerelateerd aan een van de modulen, waarbij de casus wordt uiteengezet, een probleemanalyse wordt gemaakt en de urgentie van de zorgvraag wordt geinventariseerd aan de hand van het SFMPC model.